GameNerds
Menu
SOCIAL:
Filed under: Featured, Nieuws

Esports nu geassocieerde van NOC*NSF, op weg naar de Olympische Spelen?

De Branchevereniging Esports Nederland (BEN) is sinds 20 november 2023 een Geassocieerde van sportkoepel NOC*NSF, dat laat het vandaag in een persbericht weten. Maar wat betekent dit voor de Nederlandse esportscene, en zien we esports binnenkort op de Olympische Spelen? GameNerds zocht het voor je uit.

Er loopt al langere tijd een discussie of esports nu eigenlijk ‘echte’ sporten zijn. En waar de meeste media, bedrijven en instanties oorspronkelijk wat terughoudender in deze opvatting zijn, is er momenteel een verandering in die houding gaande. Esports – wat eerst voor gamers en studenten was- bereikt een steeds groter publiek. Zo streamt Defensie op Twitch (esportdefensie), schieten de esportsverenigingen uit de grond én zijn er tegenwoordig zelfs studies esportsmanagement. Hoewel dit kleine stappen zijn, lijkt een verandering in het esportslandschap gaande.

Educatie en professionalisering

Nu de BEN een Geassocieerde van NOC*NSF is geworden, lijkt ook de eerste ‘grote’ stap gezet. ‘We zijn vooral heel blij dat we deze stap naar professionalisering van esports gezet hebben’, laat BEN-voorzitter Frederik Peters aan GameNerds weten. ‘Aansluiting bij NOC*NSF zorgt ervoor namelijk voor dat we alle componenten die voor topsport nodig zijn tot onze beschikking hebben’. In andere woorden: de BEN gaat het op het gebied van educatie en professionalisering samenwerken met NOC*NSF, waardoor beide partijen van elkaar kunnen leren. Maar de BEN is momenteel ‘slechts’ een Geassocieerde geworden, en is dus nog geen volwaardig lid van de sportkoepel. Dat recht is alleen voorbehouden aan sportbonden. En daar lijkt ook de volgende stap te liggen: een nationale esportsbond. Hoe en wanneer de huidige esportbond -die aangesloten bij de BEN is- lid van de sportkoepel gaat worden is nog niet duidelijk. ‘Een esportbond heeft natuurlijk een ander karakter dan een klassieke sportbond’, legt Peters uit. ‘Hoe de bond er in de toekomst uit gaat zien kunnen we nu dus nog niet zeggen. Daar zijn echter al wel verschillende scenario’s voor.’ Achter de schermen wordt dus hard aan deze stap gewerkt.

Wat brengt een nationale esportbond?

Een nationale esportbond krijgt, eenmaal lid van NOC*NSF,  steun bij het ontwikkelen van topsport-trajecten. Wellicht gaan op dat moment ook de subsidiepotjes open, en zien we esports zo wel terug in een spiksplinternieuw trainingcentrum. Het is niet onrealistisch, want NOC*NSF is immers ‘heel geïnteresseerd in esports’, zo laat NOC*NSF-woordvoerder Lieselot Meelkers weten. ‘De voorzieningen op Papendal en de andere trainingscentra zijn erg gericht op fysieke sporten, en die zijn voor esports niet per sé nodig’, geeft Meelkers aan. ‘We gaan dus, indien er ooit een esportsbond lid wordt van NOC*NSF, met de esportsector in overleg hoe we die esportsvoorzieningen vorm gaan geven. Maar daar zijn we nu nog niet actief mee bezig’. Nationale esportsteams en -trainingcentra blijven dus plannen voor de toekomst.

Hoe kijkt het NOC*NSF nu naar esports?

Het NOC*NSF bekijkt al enkele jaren de mogelijkheden die esports bieden, al lijkt de virtuele deur nog niet wijd open te gaan. Uit het Position Paper Esports (september 2022) blijkt dat de sportkoepel zichzelf ook afvraagt wat nu eigenlijk allemaal geclassificeerd wordt als een esport. NOC*NSF onderscheidt in dit paper drie vormen van esports:

Categorie 1: Video games waarbij de traditionele sport de basis vormt. Sportsimulatiegames als FIFA en sim-racing.
Categorie 2: Video games waarbij de inhoud van de game verder weg ligt van de traditionele sport. Dit zijn o.a. MOBA’s en Shooters.
Categorie 3: Virtuele sporten: Videogames waarbij aanvullend gebruik wordt gemaakt van simulatie (o.a. virtual en augmented reality). Denk aan virtueel fietsen, zeilen en tennissen.

Zelf schrijft NOC*NSF dat het ‘al inzet op categorie 1 en 3’, en dat ‘de sportsector momenteel wat verder afstaat van categorie 2’. Wel erkent de sportkoepel dat categorie 2 zeer populair is, en schrijft het dat ‘het betrekken van deze omvangrijke en diverse doelgroep voor de sportsector interessant kan zijn’. Maar: elkaar doodschieten (categorie 2) past niet helemaal in de sportieve waarden van de sportkoepel. Ook het Internationaal Olympisch Comité, waar NOC*NSF lid van is, lijkt hier moeite mee te hebben. Waar IOC-voorzitter Thomas Bach in 2018 nog aangaf dat het geweld in games een obstakel voor deelname aan de Olympische Spelen was, kwam hij hier in 2020 alweer deels op terug. Het IOC zette de virtuele deur toen op een kier en overwoog toen om esports toch toe te laten.

Een Olympisch begin?

Dit jaar zwaaide die virtuele deur opeens wagenwijd open: het IOC ging -vrij onverwachts- overstag en organiseerde in juni 2023 de allereerste Olympic Esports Series (OES). Maar de OES werd lauw onthaald: er waren slechts negen esports aanwezig, en de games in kwestie waren eigenlijk geen esports te noemen. Het waren voornamelijk virtuele versies van sporten als zeilen, schaken en fietsen. Alleen Just Dance en Gran Turismo leken de titel ‘esports’ eer aan te doen. Geen Dota, CS:GO of Rocket League. Maar alle begin is moeilijk, en voor het IOC was dit een grote stap. Binnen vijf jaar zwaaide de organisatie van een harde ‘Nee’, naar een eigen toernooi. Al kunnen ze nog veel, veel leren. Bij GameNerds raden we ze zodoende een olympisch reisje naar de Asian Games aan.

>
MENU